Melius Klinieken

040-8200777

Eindhoven

076-2043232

Breda

0164-203060

Bergen op Zoom

0475-206088

Roermond

Regio 2

Aangezicht, hals en nek

Failed Neck Surgery Syndrome (FNSS)

Het Failed Neck Surgery Syndrome (FNSS) en het Failed Back Surgery Syndrome (FBSS) zijn veelvormige beelden, meestal gedefinieerd als persisterende pijnklachten na eerdere nek- of rugchirurgie. Oudere termen zoals het “postlaminectomie syndroom” zijn onjuist aangezien er tegenwoordig vele andere operatieve technieken worden toegepast naast enigerlei vorm van laminectomie.

Met de termen FNSS en FBSS wordt het beeld bedoeld van patiënten die een- of meermalen nek- of rugchirurgie hebben ondergaan; geen pijnvermindering hiervan hebben ondervonden dan wel binnen een jaar opnieuw vergelijkbare pijnklachten hebben en geen overtuigend chirurgisch succesvol behandelbaar onderliggend probleem hebben waarbij tevens in aanmerking wordt genomen dat de kans op succes duidelijk afneemt bij herhaalde chirurgie. Schattingen wisselen sterk. Tot 40% van het aantal geopereerde patiënten wordt gemeld.

Het “failed” in de diagnoses FNSS en FBSS slaat niet op eventueel falen van de operateur zoals door een verkeerde operatie-indicatie, -techniek of -niveau maar op het niet behalen van het beoogde doel van de wervelkolom operatie bij afwezigheid van een chirurgisch behandelbare oorzaak. Wellicht is de naam “Post surgical pain syndrome” daarom een betere keus. De termen FNSS / FBSS zijn echter dermate wijd verspreid dat toch hiervoor gekozen is.

De oorzaak van de klachten is divers en kan slechts zelden met volledige zekerheid worden aangetoond. Er kan een eerste onderscheid worden gemaakt tussen patiënten waarbij geen duidelijke operatie-indicatie bestond en patiënten waarbij wel een operatie-indicatie bestond maar er op enigerlei wijze toch nog – of wederom – klachten bestaan. Aanwijzingen dat bepaalde factoren een rol spelen zijn er duidelijk wel. De volgende oorzaken worden onderscheiden: 1) rest HNP of recidief HNP; 2) zenuwschade; 3) kanaalstenose; 4) postoperatieve infectie; 5) littekenweefsel of/en verklevingen in de epidurale ruimte. Verder zijn er uitgebreide aanwijzingen dat bepaalde psychologische en omgevingsfactoren zoals roken een rol spelen bij de kans op ontstaan van FNSS of FBSS.

Opties ter behandeling zijn pijneducatie, medicatie, TENS, epidurale infiltratie, epidurale adhesiolyse (Racz), Esketamine infuustherapie, gepulseerde stroom (PRF) t.h.v. de betrokken zenuwen, PRF of continue stroom (RF) t.h.v. de betrokken facetgewrichten, revalidatie en langdurige paramedische begeleiding.