Een okselkliertoilet is een operatie waarbij de lymfeklieren in de oksel verwijdert. Een andere naam hiervoor is okselklierdissectie. De operatie heet okselkliertoilet omdat de chirurg de oksel ‘schoonmaakt’ van vetweefsel en lymfeklieren (toilet maken betekent schoonmaken). Na het okselkliertoilet onderzoekt de patholoog de verwijderde lymfeklieren.
Een okselkliertoilet wordt niet meer zo vaak gedaan. Bestraling van de oksel is een goed alternatief als er uitzaaiingen in de okselklieren zijn. Het risico op klachten zoals lymfoedeem is ook kleiner bij bestraling. De eerste weken na een operatie kan de wond pijnklachten geven, evenals een trekkend gevoel. De huid rond de wond kan verkleuren. Soms is het gebied rondom het litteken gezwollen. Deze klachten worden minder naarmate de wond geneest.
Een okselkliertoilet kan verschillende klachten op de lange termijn geven. De klachten en hevigheid ervan verschillen per persoon en bestaan onder andere uit: 1) minder gevoel of zenuwpijn (bij een okselkliertoilet moet de chirurg vaak gevoelszenuwen van de oksel doorsnijden. Hierdoor heb je geen of veel minder gevoel in de oksel en de binnenkant van de arm. Het gevoel kan voor een deel terugkomen. Sommige vrouwen blijven na het okselkliertoilet last houden van pijn of een naar gevoel aan de binnenkant van de bovenarm en in de oksel. Artsen noemen dit neuropathische pijn of fantoompijn); 2) stijve schouder of arm (na een okselkliertoilet kan het lastiger zijn je arm of schouder te bewegen; 3) Lymfoedeem (na een okselkliertoilet kan het lymfevocht niet goed afgevoerd worden uit je arm. Er blijft dan te veel lymfevocht achter, waardoor je arm dikker wordt. Dit heet lymfoedeem. Ongeveer 5 tot 10 procent van de vrouwen ervaart ernstige klachten na een okselkliertoilet).
Opties ter behandeling zijn pijneducatie, medicatie, TENS, Esketamine infuustherapie, gepulseerde (PRF) stroom t.h.v. de betrokken zenuwen, Qutenza pleister, revalidatie en langdurige paramedische begeleiding.