Een neuropathie is een aandoening van de zenuwen. Polyneuropathie betekent dat op meerdere plaatsen in het lichaam de zenuwen zijn aangedaan. Spieren en gevoel functioneren niet meer naar behoren. De stoornis zit met name in de uiteinden van de zenuwen en het kan gaan om de sensorische (gevoels) zenuwen, de motorische (bewegings)zenuwen, of beide. De sensorische zenuwen koppelen gevoelsinformatie terug naar het centrale zenuwstelsel waardoor men kan voelen. De motorische zenuwen geven signalen door aan de spieren om te bewegen. De klachten van een polyneuropathie kunnen zowel sensorisch als motorisch zijn. Klachten van het sensorisch systeem bij polyneuropathie zijn een doof gevoel, prikkelingen, tintelingen, veranderd gevoel, pijn en evenwichtsstoornissen. Klachten van het motorisch systeem zijn kramp, dunner worden van spieren en zwakte.
Het stellen van de diagnose polyneuropathie gebeurt op basis van het verhaal en het lichamelijk onderzoek van de patiënt. Voor het bevestigen van de diagnose wordt meestal een klinisch neurofysiologisch onderzoek verricht. Vaak wordt dan een EMG (elektromyogram) gemaakt of maakt men gebruik van warmte/koude testen.
Er zijn veel oorzaken voor het ontstaan van een polyneuropathie, in te delen in een aantal categorieën: 1) metabolisme/stofwisseling (polyneuropathieën die veroorzaakt worden door problemen in de stofwisseling. De polyneuropathie is dan secundair. Voorbeelden zijn diabetes mellitus (suikerziekte), ziekten van de schildklier en de nieren); 2) deficiënties (polyneuropathieën die ontstaan door tekort aan bepaalde stoffen. Deze polyneuropathieën komen in Nederland weinig voor. Vaak gaat het om een vitaminegebrek); 3) intoxicaties (bij deze neuropathie is de oorzaak te vinden in medicijn- of overmatig alcoholgebruik. Vooral een aantal medicijnen die gebruikt worden bij behandeling van kanker kunnen polyneuropathieën veroorzaken); 4) erfelijke oorzaken (erfelijke neuropathieën worden veroorzaakt door een afwijking in het erfelijk materiaal. Deze aandoeningen worden vaak bij meerdere personen in een familie geconstateerd. Voorbeelden zijn CMT/HMSN en erfelijke drukneuropathie (HNPP); 5) infectie (polyneuropathieën die ontstaan door bepaalde infecties zijn in Nederland zeldzaam. AIDS, lepra en de ziekte van Lyme kunnen tot een polyneuropathie leiden); 6) auto-immuunziekten (bij auto-immuunziekten keert het lichaam zich tegen lichaamseigen cellen en weefsels. Voorbeelden zijn het Guillain-Barré syndroom (GBS), CIDP, MGUS- polyneuropathie, multifocale motore neuropathie (MMN), systemische en non-systemische vasculitis; 7) Geen bekende oorzaak (wanneer er sprake is van een chronische, langzaam progressieve ziekte die de zenuwuitlopers (axonen) aantast en uitgebreid laboratoriumonderzoek geen uitsluitsel over de oorzaak geeft, spreekt men over een polyneuropathie waarvoor geen oorzaak te vinden is, soms te benoemen als CIAP (chronische idiopathische axonale polyneuropathie). Wanneer alleen de dunne zenuwvezels zijn aangedaan, spreekt men van een dunne vezel neuropathie (DVN). DVN kan veel verschillende oorzaken hebben.
Opties ter behandeling zijn pijneducatie, medicatie, TENS, Esketamine infuustherapie, epidurale infiltratie, Qutenza pleister, revalidatie en langdurige paramedische begeleiding.