Melius Klinieken

040-8200777

Eindhoven

076-2043232

Breda

0164-203060

Bergen op Zoom

0475-206088

Roermond

Regio 3

Armen en handen

Postoperatieve pijnklachten

Een aanzienlijk deel van alle chirurgische patiënten, namelijk 40-70%, heeft na de operatie matige tot ernstige pijn, en bijna een kwart vindt dat artsen deze pijn onvoldoende bestrijden. Dat is belangrijk, want heftige postoperatieve pijn kan overgaan in chronische pijnklachten. Circa 10-50% van de patiënten zou na een operatie chronische pijn krijgen. Die beïnvloedt bij een groot deel van deze patiënten de kwaliteit van leven. Bovendien is deze pijn vaak moeilijk te behandelen. Aangezien meer dan 1,5 miljoen patiënten per jaar in Nederland een chirurgische interventie ondergaan, is chronische pijn na een operatie een aanzienlijk maatschappelijk en medisch probleem.

Risicofactoren geven geen causaal verband weer, maar kunnen helpen om patiënten of ingrepen met een hoog risico op postoperatieve pijn te identificeren. Verscheidene factoren gaan gepaard met een verhoogde prevalentie van chronische pijn na een chirurgische ingreep: jongere leeftijd, heftige en chronische pijn vóór de operatie, angst en depressie, overdreven negatieve opvattingen (‘catastrofering’) en heftige pijn en aanzienlijk analgeticagebruik in de eerste dagen na de operatie. Bovendien is het type operatie zeer bepalend voor de prevalentie van postoperatieve chronische pijn.

Dat de ene operatie meer chronische pijn veroorzaakt dan de andere, kan worden verklaard doordat bepaalde prikkels een agressievere invloed op het pijnsysteem hebben dan andere. Zenuwschade lijkt bijvoorbeeld een zeer belangrijke oorzaak van sensitisatie en hyperalgesie. Vaak worden operaties met een grote kans op zenuwschade dus ook gevolgd door chronische pijn. Voorbeelden van dergelijke ingrepen zijn: thoracotomie, een okselkliertoilet bij een borstkankeroperatie en een liesbreukoperatie. Een ervaren chirurg veroorzaakt wellicht minder zenuwschade; dit kan verklaren waarom patiënten na een operatie wegens borstkanker in klinieken waar weinig van deze ingrepen plaatsvinden, meer kans hebben op chronische pijn dan patiënten met dezelfde aandoening die zijn geopereerd in klinieken waar vaak borstkankeroperaties worden verricht. Ook prikkeling van de ingewanden heeft een zeer irriterende invloed op het centrale zenuwstelsel. Dat zal vooral een rol spelen bij chronische pijn na een cholecystectomie, hysterectomie, sectio caesarea of coronaire bypassoperatie.

Opties ter behandeling zijn pijneducatie, medicatie, TENS, gepulseerde (PRF) stroom t.h.v. de betrokken zenuwen / structuren, continue (RF) stroom t.h.v. de betrokken structuren, infiltratie t.h.v. de betrokken zenuwen / structuren, Qutenza pleister, epidurale infiltratie, revalidatie, langdurige paramedische begeleiding.